Bij elk project maak ik gebruik van woordkaarten. De woordkaarten zijn er niet alleen om op te hangen of te bespreken, maar er zijn vele werkvormen mee mogelijk. Een algemeen thema/project als winter werk ik niet vaak over. Elk jaar probeer ik de nadruk te leggen op een bepaald onderwerp. De woordkaarten van de winter kennen dan ook verschillende deelonderwerpen, zodat je een keuze kunt maken uit de verschillende woordkaarten.
Inhoud van de woordkaarten winter
Ik ben steeds meer mijn eigen verzameling woordkaarten aan het vergroten. De woordkaarten over het bos, de jaarwisseling en brandweer hebben al een update gehad. De woordkaarten van de winter zijn hierop een aanvulling, met natuurlijk winterse kleuren en woordkaarten passend bij de deelthema’s: weer, (winter)sport, kleding en poolgebied.
De download bevat de volgende woordkaarten:
- Sneeuwweer:: de sneeuw, de sneeuwbal, de sneeuwpop, de sneeuwvlok, de ijspegel, de ijsbloem, het wak
- Kleding: de wanten, de handschoenen, de sjaal, de muts, de oorwarmers, de trui, de sneeuwlaars, de winterjas,
- Het weer: de temperatuur, de thermometer,
- Wintersport: de ski’s, glijden, skiën, de schaats, de slee, schaatsen, gooien, sleeën, vallen, snowboarden
- Koek & Zopie: de chocolademelk, opwarmen, de erwtensoep,
- Dieren in de winter: voeren, het vogelhuis,
- Poolgebieden: de iglo, de ijsbeer, de pinquin, de papegaaiduiker, het spoor, de gletsjer, de ijsschots, het ijsblok, de sneeuwhaas, de poolvos, de walvis, de zeehond.
- Overig: open haard, de waarschuwing, groot, klein.
Download de woordkaarten
Tip! Ben je op zoek naar grotere woordkaarten? Vergroot of print deze download uit op A3 formaat.
Zo zet je de woordkaarten in!
In deze blog kun je veel verschillende spellen vinden om de woordenschat te stimuleren. Met het onderwerp winter denk ik nog aan de volgende activiteiten:
- Gooi sneeuwballen naar het woord dat omschreven wordt
- Sorteer de woordkaarten op warmte: alle koude voorwerpen pak je met je wanten aan.
- Geef een ijsblokje door en pak een woordkaart en benoem wat je hierop ziet staan. Hoeveel voorwerpen kun jij benoemen totdat het ijsklontje gesmolten is?
