Woordenschat oefenen met tussendoortjes en spelletjes

1
27609
woordenschat oefenen

Naast het aanbieden van woorden d.m.v. woordkaarten en/of woordclusters is het belangrijk om aandacht te besteden aan de fase van consolideren. (Viertakt van Verhallen) Juist deze fase is zo enorm belangrijk en uit eigen ervaring kan ik zeggen dat het lastig is om hier onderwijstijd voor te vinden of dat het net iets is, wat je bij onvoldoende tijd laat zitten. In deze blog laat ik zien dat het consolideren geen grote activiteit hoeft te zijn en dit vaak op spelmatige manier kan. Een aantal minuten heb je nodig voor oefenen woordenschat en een aantal activiteiten zijn bijv. ook te verwerken in taalcircuits.

 Consolideren met woordenschat oefeningen

Als je activiteiten wil inzetten voor het conslideren van woorden, is het wel belangrijk dat ze ook effectief bijdragen aan het vergroten van de passieve en actieve woordenschat van kinderen. Gebruik deze activiteiten ook om een indruk te krijgen over de groei van de woordenschat en of leerling de woorden al actief kan gebruiken.

Bij ondertaande woordenschat oefeningen maak je gebruik van het eigen woordpakket, woorden van de week of periode woorden. Zorg er wel voor dat deze woorden zichtbaar zijn in de klas: op een poster, op het bord of met woordkaarten.

Memory en tri-memory

Maak twee kaartjes die bij elkaar passen. Het ene kaartje heeft een plaatje en op het andere kaartje kun je het woord vinden. Tri-memory is vooral geschikt voor de midden- en bovenbouw. De kinderen zoeken hier het plaatje, het woord en de definitie van het woord bij elkaar.

Even kletsen

Zorg ervoor dat alle woorden die de kinderen kunnen gebruik maken. Natuurlijk kun je deze ook op kaartjes vooraf zetten, zodat de kinderen met alle woorden in aanraking komen. De kinderen vertellen een verhaal over de gebeurtenissen van gisteren en verwerken de woorden in het verhaal. Laat de andere kinderen kritisch luisteren, door de woorden te laten noteren op het wisbordje.

30 seconds

Schrijf vijf woorden op een kaartje en schrijf verschillende kaartjes. Vorm groepjes met ca. vier kinderen in de klas. Geef elk groepje vier kaartjes. Om de beurt krijgt elk kind 30 seconden om het woord om te omschrijven en andere kinderen proberen het woord te raden.

Het verboden woord

Dit spel kan als enegizer ingezet worden. Een leerling kiest een leerling uit de woorden die centraal staat, maar noemt het woord niet. De kinderen mogen vragen stellen, maar het woord mag niet genoemd worden. Wie raad het woord?

Hints

Bij dit spel gebruik je de aangeboden woorden van de week. Laat een leerling een woord uitbeelden. De overige leerlingen raden wat het is en geven een omschrijving bij het woord. Dit kun je ook in kleine groepen aanbieden.

Wie ben ik?

Plak een post-it met een themawoord (of bij jongere kinderen een post-it met afbeelding) achterop de rug van de leerlingen. Laat ze vragen stellen aan andere kinderen (door werkvorm ) De ander geeft antwoord, maar mag het woord niet benoemen.

Woordenschatbingo

Vul een bingokaart met de woorden van de afgelopen week/periode. In de midden- en bovenbouw doe je dit door de woorden op te schrijven. In de onder- en middenbouw kun je er ook voor kiezen om een bingokaart met afbeelding te gebruiken. Overigens kunnen de al wat oudere kinderen ook zelf de tekening maken. Bij de bingo omschrijf je de woorden en zetten de kinderen een kruis of leggen een fiche wanneer ze de omschrijving van het woord gehoord hebben.

Wat klopt er niet?

Om de beurt geven de kinderen een omschrijving van een woord en verwerkt hier een leugen in. De kinderen raden om welk woord het gaat en wat er niet klopt.

Raad het plaatje

Verdeel de groep in kleinere groepjes van ca. 4 leerlingen. Laat om de beurt een leerling een woord kiezen uit de woorden van de afgelopen week/periode en en hierbij een tekening maken op het wisbord bij één woord. De andere leerlingen raden het woord.

 

Effectief woordenschat oefenen

Onze onderwijstijd is kostbaar en alleen daarom is het al van belang om de activiteiten effectief te maken. Het uitgangspunt bij de hierboven beschreven activiteiten, zijn vooral dat veel kinderen actief betrokken raken. Door meerdere kinderen een taak te geven tijdens de activiteiten bereik je dit. Dit doe je ook door kleine groepen te maken, zodat er meer kinderen een rol krijgen bij de activiteit.

Deze activiteiten kun je inzetten zonder perse extra tijd in te roosteren voor woordenschat. De woordenschat oefeningen zijn goed in te zetten tijdens een taalcircuit of als enegizer tussendoor. Als leerkracht is het vooral belangrijk om vooraf even na te denken over welke activiteit je wilt inzetten.

 

Dit materiaal hoort bij een verzameling informatieblogs over woordenschat (een woordenschatprogramma in je thema verwerken, woordenschat in de kleutergroepen: woordkeuze en aanbod) en een grote verzameling van woordkaarten en woordclusters.

Vorig artikelOrganisatie van klaarwerk
Volgend artikelRacelezen met leesbladen met leesmoeilijkheden
Juf Anja
Zelf denk ik graag in projecten/thema's en vanuit mijn ervaring in het basisonderwijs ontwerp ik materiaal dat ondersteunend kan zijn aan het lesdoel en deel ik onderwijstips.

1 REACTIE

Laat een reactie achter

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier je naam in