Thema de fiets is geschikt voor de groepen 1 t/m 3. Er zitten verschillende activiteiten bij waarbij de leerlingen vooral praktisch aan het werk gaan. Een fiets is niet alleen iets waarmee je je handig van de ene naar de andere plaats kunt verplaatsen, maar er is nog zoveel meer. Ontdek en ervaar een reis met de fiets!
Centrale deelthema tijdens dit project
Tijdens dit project komen de volgende onderwerpen aan bod:
- de verschillende fietsen en de onderdelen
- de werking van de onderdelen van de fiets
- de fiets in het verkeer
- onderhoud van de fiets
Start van project
Openingen van het project
nog in te vullen
Voorbereidingen van project de fiets
- Bij het voorbereiden van een project probeer ik niet direct zelf de hoeken te vullen, maar eigenaarschap aan de kinderen te geven. Lees hier alles over hoe je kinderen een rol kunt laten spelen.
- Ga bij de fietsenmaker langs en leg een verzoek neer voor reclamemateriaal. En misschien is het mogelijk om ook een bezoek te brengen aan de werkplaats?
- Vraag aan ouders om (afgeschreven) fietsmateriaal voor in de klas.
- Na een spetterende opening laat je de kinderen leervragen stellen. Zo kun je richting gaan geven aan je thema:
De volgende leervragen had mijn groep 2 eerder:
Taalactiviteiten
Om taal, woordenschat en communicatie te bevorderen zijn er de volgende activiteiten:
Woordenschat
Woordkaarten de fiets
Deze woordkaarten kun je in deze blog vinden. Daarnaast beschrijf ik ook verschillende specifieke woordenschatactiviteiten passend bij de fiets.
Mindmap
Bij het prentenboek ‘Kasper de fietsenmaker’ maakte ik samen met de kinderen de volgende mindmap:
Woordclusters
Ik bied graag woorden aan in woordclusters volgens de didactiek van Verhallen. Waaronder al het eerste cluster:
- Woordcluster de natuur: het gras, de lucht, het bos, de duinen, de zee, het strand.
Fietsonderdelen benoemen
Deze activiteit is geschikt voor leerlingen in groep 3 en 4. Tijdens deze activiteit stimuleer je de woordenschat en stimuleer je de verkeersbeleving. Met dit werkblad moeten de leerlingen bedenken welk naam elke onderdeel van de fiets heeft. In deze blog kun je het werkblad vinden.
Bewegend fietsonderdelen benoemen
Ook kun je ervoor kiezen om de kinderen niet met een werkblad aan het werk te zetten, maar juist de fietsonderdelen te lezen en ze op de juiste plaats op de fiets te bevestigen.
Prentenboeken
Om te werken rondom een verhaal bedenk ik soms zelf een spelverhaal, maar maak ik ook vaak gebruik van prentenboeken. Daarnaast lees ik natuurlijk voor uit één van deze (informatieve) prentenboeken:
Lettertafel
Tijden dit thema heb ik de letter ‘f’van fiets aangeboden en de letter ‘w’ van wiel. Ik werk met het boek ‘Letter v/d week’ van Linda Willemsen. De doe-activiteiten verstuur ik naar ouders dat zij eventueel ook aan de slag kunnen. Dit thema staat de w van wiel centraal. De kinderen mogen materialen meenemen waarin ze de ‘w’ horen. Deze plaatsen we op de lettertafel.
Kringactiviteiten
- Klankgroepen springen: spring de woordstukjes in de wielen van de fiets. Gebruik hierbij de woorden van de woordkaarten van de fiets.
- Letter v/d week: f van fiets aanbieden. Maak bij het aanbieden gebruik van de fietspomp om de klank goed te laten horen.
- Beginklank/eindklank herkennen: digibordles van jufsanne.com (f van fiets)
- Fiets bekijken en onderdelen benoemen.
Een nieuwe fiets uitvinden
Laat de leerlingen een fiets ontwerpen. Is dit lastig? Geef dan technische restmaterialen om iets te bouwen wat ze natekenen. Laat ze een geavanceerde fiets ontwerpen. Laat ze een werkbeschrijving maken met tekening en tekst.
Driekwartet verkleinwoorden
Dit spel dat helemaal passend is gemaakt bij thema de fiets/vervoer oefent met de verschillende vormen van woorden. In dit driekwartet proberen de kinderen drie kaartjes te veroveren om kwartet te hebben. Van de drie kaarten is er één kaart met enkelvoud, één verkleinwoord en één meervoud.
Een kwartet bestaat ditmaal uit 3 kaarten met verkleinwoorden. (Deze worden tijdens dit thema aangeboden bij ‘de Leessleutel’ voor groep 3)
Rekenactiviteiten en/of materialen
Cijfermuur
Cijfermuur: hoeveelheden fietswielen
Kringactiviteiten
- Tellen/getalbegrip: Wielen op de cijfermuurkaarten tellen en het juiste cijfer erbij zoeken.
- Meten: Maak een grafiek met welk vervoersmiddel de kinderen naar school zijn gekomen. Bijv. met de auto, bus, fiets, lopend. Laat de kinderen een plakker plakken of een vakje kleuren.
- Tellen/getalbegrip: Zet een aantal vingerfietsjes op een rij en geef opdrachten om de ………..ste/de weg te laten fietsen. Laat hierna iemand een fiets wegfietsen en een ander benoemen welke er weggefietst is.
- Tellen/getalbegrip: Vandaag gaan we banden plakken: tel de plakstickers. Plak er een aantal. Hoeveel blijven er nu over?
- Meten: leg sleutels in de volgorde van lang naar kort (<->) of van licht naar zwaar (<->)
- Meten: leg verschillende elastieken op de kringtafel. Dit worden snelbinders: laat de kinderen de elastieken opmeten.
- Meten: leg verschillende verkeersborden op tafel en laat de kinderen de verkeersborden sorteren op vorm. (driehoek, cirkel, rechhoek, vierkant)
- Meetkunde: Teken een plattegrond van het schoolplein met hierop een fietsroute. Ontdek met elkaar al lopend hoe deze route volgt. Fiets daarna deze route met elkaar. Laat de kinderen zelf een route voor elkaar tekenen.
Verkeer
Natuurlijk kun je het vakgebied verkeer bij dit thema betrekken. Je kunt natuurlijk alle kanten op hierin. Toch wil ik je ook verwijzen naar het volgende materiaal:
Wanneer je een fietsparcours uitzet op het schoolplein, dan kunnen de kinderen ook oefenen met het gebruik van de fiets.
Creatief
Fietshelm
Ballon voor de helft bekleden met papier-mache en als bovenste laag bekleden met aluminiumfolie. Na drogen ballon laten knappen en helm bekleden met stukjes (plak)papier. Bandje maken door dikke postelastiek door te knippen en te kleuren met permanente merkstift. Hierna vastnieten aan helm.
Een fiets tekenen met oost-indische inkt
Fietsvlag knutselen
Zoek een oud laken of koop een laken en knip uit deze laken allemaal driehoeken. Laat de kinderen met textielstiften de vlag versieren. Bevestig deze met een aantal nietjes aan een bamboestoek. Overigens kun je zelf ook echte fietsvlaggenhouders aanschaffen.
Fietsketting knutselen
Elke schakel heb je in een fietsketting nodig, anders is het toch minder fijn om te fietsen. Verf of bekleed wc-rollen en rijg de wc rollen tot ketting. Elk kind levert een bijdrage en is dus een schakel.
Fietsbord knutselen
Kopieer een verkeersbord zodat alleen de buitenranden zichtbaar zijn. Laat de kinderen het verkeersbord vullen met stukjes gescheurde sitspapier.
Fiets ontwerpen
Laat de kinderen zelf een fiets ontwerpen met stukjes rietjes. Plak dit op een stuk karton en laat het drogen. Spuit hierna met een spuitbus de fiets, zodat het een werkelijke fiets is geworden.
Wiel van de fiets
Met deze activiteit oefen je met het maken van patronen. Laat e kinderen op de spaken een reeks maken met plakkertjes.
Hoeken
Zelf werk ik graag met kinderen in aangepaste hoeken.
In groep 3 had ik de volgende hoeken in mijn klas: de werkplaats, leeshoek, uitvindhoek, taalhoek, spelletjeshoek, computerhoek en expressiehoek. Op welke manier je deze hoeken kunt vullen en met welke materialen kun je lezen in mijn materialenlijst voor de hoeken.
In groep 1 en 2 heb ik de huishoek omgebouwd tot een werkplaats. De kinderen kozen voor de naam ‘de fietsenwerkplaats’
Problemen om aan te bieden in de werkplaats:
- fiets trapt niet goed
- lamp geeft geen licht
- band is lek
- remmen doen het niet meer.
De kinderen worden zo aangezet om een onderzoekende houding aan te nemen naar de werking van de fiets.
Verder heb ik in de hoek een hoekje gemaakt waar een telefoonlijst hing en een telefoon waarbij met de reparatiebon bestellingen opgenomen kunnen worden.
Overig lesmateriaal:
Technicka10 werkbladen voor gebruik in de middenbouw:
– Zadel hoger zetten
– de fiets
– fietsbel
– band plakken