Thema de fiets is geschikt voor de groepen 1 t/m 3. Er zitten verschillende activiteiten bij waarbij de leerlingen vooral praktisch aan het werk gaan. Een fiets is niet alleen iets waarmee je je handig van de ene naar de andere plaats kunt verplaatsen, maar er is nog zoveel meer. Tijdens de kinderboekenweek 2019: Reis je mee, staat de fiets als vervoersmiddel ook zeker centraal. Ontdek en ervaar een reis met de fiets!
Start van nieuw thema
De volgende leervragen hebben de kinderen van groep 2:
Aan bod komt dit thema:
- verkeersregels voor fietsers
- technische kant van fiets; werking van dynamo, ketting, tandwielen, remmen.
- onderdelen van fiets
Taalactiviteiten en materiaal
(prenten) boeken
Mindmap
Aan de hand van dit prentenboek heb ik samen met de klas een mindmap gemaakt.
Woordenschat
De volgende woorden heb ik aangeboden in de vier weken van dit thema:
Week 1: de fiets, de fietsenmaker, de fietsenwinkel, de damesfiets, de herenfiets, de jongensfiets, de meisjesfiets, repareren, de werkplaats, de natuur.
Week 2: zijwieltjes, fietspomp, voorlicht, achterlicht, bagagedrager, reflector, frame, zadel, stuur, dynamo, rem, versnelling, kettingkast, ketting, trappers, fietsbel, fietsband, ventiel, fietshelm.
Week 3: overige fietsonderdelen.
Week 4: de racefiets, de mountainbike, de tandem, de ligfiets, de elektrische fiets, de fietskar, fietsendrager, fietsenrek, fietsvlaggetje, verkeersbord, weggaan, fietspad, fietsstrook, inhalen, onderweg, op weg, remmen, uitkijken, vaart (snelheid), veilig, de fietskaart.
Woordenparaplu’s
Download: de natuur
Download: repareren
Lettertafel
Tijden dit thema heb ik de letter ‘f’van fiets aangeboden en de letter ‘w’ van wiel. Ik werk met het boek ‘Letter v/d week’ van Linda Willemsen. De doe-activiteiten verstuur ik naar ouders dat zij eventueel ook aan de slag kunnen. Dit thema staat de w van wiel centraal. De kinderen mogen materialen meenemen waarin ze de ‘w’ horen. Deze plaatsen we op de lettertafel.
Woordkaarten
Woordkaarten
Woordkaarten met lidwoord
Kringactiviteiten
- Klankgroepen springen: spring de woordstukjes in de wielen van de fiets. Gebruik hierbij de woorden van de woordkaarten van de fiets.
- Letter v/d week: f van fiets aanbieden. Maak bij het aanbieden gebruik van de fietspomp om de klank goed te laten horen.
- Beginklank/eindklank herkennen: digibordles van jufsanne.com (f van fiets)
- Fiets bekijken en onderdelen benoemen.
Specifieke materialen voor groep 3:
In de methode ‘de leessleutel’ van groep 3 is een thema ‘Fiets-‘m-erin’ Een leuk dat je met de materialen van deze pagina kunt verdiepen.
Poster vraagwoorden
In één van deze lessen is er aandacht voor het vragen stellen met vraagwoorden. Er worden 3 vraagwoorden aangeboden: wie, wat, waar. Hang bovenstaande poster op in de klas zodat je het op een ander moment nog kunt herhalen of ernaar kunt verwijzen.
Jij bent de uitvinder!
Laat de leerlingen van verschillende technische restmaterialen iets uitvinden. Laat ze iets bedenken/maken en laat ze dit tekenen op het papier. Laat ze een werkbeschrijving maken met tekening en tekst.
Werkblad: Maak een werkbeschrijving van jouw uitvinding
Fietsonderdelen benoemen
Tijdens een thema is er ook zeker aandacht voor woordenschat. Met dit werkblad moeten de leerlingen bedenken welk naam elke onderdeel van de fiets heeft.
Werkblad: Fietsonderdelen benoemen
Laat de leerlingen de labels op de juiste plek hangen. Lamineer de labels en plak er een stukje kneedgum achter. Hierna met elkaar ‘nakijken’ en eventueel vervolgen met het werkblad.
Spelletjes
Driekwartet verkleinwoorden
Een kwartet bestaat ditmaal uit 3 kaarten met verkleinwoorden. (Deze worden tijdens dit thema aangeboden bij ‘de Leessleutel’ voor groep 3)
Rekenactiviteiten en/of materialen
Cijfermuur
Cijfermuur: hoeveelheden fietswielen
Kringactiviteiten
- Tellen/getalbegrip: Wielen op de cijfermuurkaarten tellen en het juiste cijfer erbij zoeken.
- Meten: Maak een grafiek met welk vervoersmiddel de kinderen naar school zijn gekomen. Bijv. met de auto, bus, fiets, lopend. Laat de kinderen een plakker plakken of een vakje kleuren.
- Tellen/getalbegrip: Zet een aantal vingerfietsjes op een rij en geef opdrachten om de ………..ste/de weg te laten fietsen. Laat hierna iemand een fiets wegfietsen en een ander benoemen welke er weggefietst is.
- Tellen/getalbegrip: Vandaag gaan we banden plakken: tel de plakstickers. Plak er een aantal. Hoeveel blijven er nu over?
- Meten: leg sleutels in de volgorde van lang naar kort (<->) of van licht naar zwaar (<->)
- Meten: leg verschillende elastieken op de kringtafel. Dit worden snelbinders: laat de kinderen de elastieken opmeten.
- Meten: leg verschillende verkeersborden op tafel en laat de kinderen de verkeersborden sorteren op vorm. (driehoek, cirkel, rechhoek, vierkant)
- Meetkunde: Teken een plattegrond van het schoolplein met hierop een fietsroute. Ontdek met elkaar al lopend hoe deze route volgt. Fiets daarna deze route met elkaar. Laat de kinderen zelf een route voor elkaar tekenen.
Verkeer
Natuurlijk kun je het vakgebied verkeer bij dit thema betrekken. Je kunt natuurlijk alle kanten op hierin. Toch wil ik je ook verwijzen naar het volgende materiaal:
School op Seef: verkeerskalender met verschillende verkeerssituaties
Wanneer je een fietsparcours uitzet op het schoolplein, dan kunnen de kinderen ook oefenen met het gebruik van de fiets.
Creatief
Fietshelm
Ballon voor de helft bekleden met papier-mache en als bovenste laag bekleden met aluminiumfolie. Na drogen ballon laten knappen en helm bekleden met stukjes (plak)papier. Bandje maken door dikke postelastiek door te knippen en te kleuren met permanente merkstift. Hierna vastnieten aan helm.
Ik ben een uitvinder! (bij de leessleutel; groep 3)
Elk kind mag een robot maken van een conservenblik. Laat de kinderen vooraf bedenken wat de robot zou moeten kunnen doen en laat hen daarna met allemaal technisch restmateriaal een robot ontwerpen. Hierboven een voorbeeld van een leerling van groep 3.
Een aantal andere activiteiten:
– Teken een fiets met oostindisch inkt.
– Maak een fietsvlag: versier een stukje laken.
– Maak een fietsketting door wc-rolletjes aan elkaar te rijgen.
– Maak een fietshelm door een ballon op zijn zijkant te leggen en daar de bovenkant van vol te papier machen.
– Maak zelf een verkeersbord: kopieer de verkeersbord met alleen de randen. Laat de kinderen het verkeersbord vullen met stukjes scheurpapier.
– Ontwerp een fiets en laat hierin de fietsonderdelen terugkomen: laat de kinderen met stukjes rietjes een fiets ontwerpen en dit opplakken. Spuit hierna met een spuitbus zilveren verf over de kunstwerken.
– Wiel van de fiets: Laat de kinderen op de spaken een reeks maken met plakkertjes.
Hoeken
Zelf werk ik graag met kinderen in aangepaste hoeken.
In groep 3 had ik de volgende hoeken in mijn klas: de werkplaats, leeshoek, uitvindhoek, taalhoek, spelletjeshoek, computerhoek en expressiehoek. Op welke manier je deze hoeken kunt vullen en met welke materialen kun je lezen in mijn materialenlijst voor de hoeken.
In groep 1 en 2 heb ik de huishoek omgebouwd tot een werkplaats. De kinderen kozen voor de naam ‘de fietsenwerkplaats’
Problemen om aan te bieden in de werkplaats:
- fiets trapt niet goed
- lamp geeft geen licht
- band is lek
- remmen doen het niet meer.
De kinderen worden zo aangezet om een onderzoekende houding aan te nemen naar de werking van de fiets.
Verder heb ik in de hoek een hoekje gemaakt waar een telefoonlijst hing en een telefoon waarbij met de reparatiebon bestellingen opgenomen kunnen worden.
Overig lesmateriaal:
Technicka10 werkbladen voor gebruik in de middenbouw:
– Zadel hoger zetten
– de fiets
– fietsbel
– band plakken
Inspiratie: